Om een verandering in gang te zetten, richten we ons vaak op de omgeving en het gedrag van mensen. Dat is immers zo zichtbaar. Alleen zijn ze het topje van de ijsberg van wat de mens is. Veranderen begint op een ander niveau, dat van waarden en overtuigingen. Daar zit de motor van ons menselijk handelen.
Je kunt bijvoorbeeld wel ergens goed in willen worden (vermogen). Maar als je niet gelooft dat je ertoe in staat bent (overtuiging), zal je het lastig krijgen. Vandaar dat het enorm kan helpen als je je wens tot veranderen ‘uitlijnt’ op de logische niveaus.
Het model van de logische niveaus kan je helpen bij het stellen van doelen.
En het kan gebruikt worden om tot inzicht te komen over waarom resultaten uitblijven of waar de schoen wringt.
De neurologische niveaus
Het model van de neurologische niveaus van Dilts en Bateson helpt je bij het stellen van doelen. Het model gaat er vanuit dat er 6 logische niveaus zijn waarop mensen denken, leren, veranderen en functioneren.

De neurologische niveaus zijn:
Omgeving (ervaren)
De omgeving heeft betrekking op tijd, plaats en mensen. Het is de fysieke context waarin je verkeert. Iedereen begeeft zich in verschillende omgevingen, denk aan werkomgeving, woonomgeving, familiaire omgeving etc.
Gedrag (doen)
Je gedrag heeft te maken met wat je daadwerkelijk doet en zegt en wat je onderneemt. Gedrag verwijst naar je handelingen. Je gedrag heeft een bedoeling, een positieve intentie voor je.
Capaciteit (kunnen)
Capaciteiten of vermogens zijn je (aangeleerde) vaardigheden. Door mensen en organisaties worden ze als uiterst waardevol beschouwd. Het zijn gedragingen die je zo goed doet dat je ze consistent en schijnbaar moeiteloos kunt uitvoeren.
Overtuigingen (vinden)
Een ‘Overtuiging’ is dat wat we denken of vinden van een situatie, een persoon of van onszelf. Overtuigingen kunnen bekrachtigend zijn, maar kunnen ook belemmerend werken.
Waarden (voelen)
Waarden kun je zien als het zeil van een schip. Het is dat wat je drijft, wat je belangrijk vindt en wat je wilt ervaren. Het zet aan tot actie en het evalueren van die actie. Voorbeelden van waarden zijn: eerlijkheid, respect, resultaatgerichtheid, verantwoordelijkheid.
Ik (zijn)
Ik, of identiteit betreft het zelfgevoel van mensen en speelt zich af in het hart. In de kern van een individu. Heb je wel eens iemand horen zeggen ‘zo iemand ben ik niet’? Dat is een uitspraak over zijn of haar identiteit.
Doelen stellen met de neurologische niveaus
Veranderen start bij wie wil je wilt zijn
Veranderen begint bij de vraag wie je wilt zijn. Dus niet bij wat je wilt doen. De vraag wie je wilt zijn, heeft alles te maken met de belangrijkste waarden in je leven. Waar sta jij voor? Waar sta je absoluut achter? Wat vind jij belangrijk in het leven? Waarvoor ben jij hier op aarde? Voorbeelden van waarden zijn:
- vrijheid,
- verbinding,
- contact,
- liefde,
- hulpvaardigheid,
- zorgzaamheid,
- vrede,
- vriendschap,
- creativiteit,
- saamhorigheid,
- gelijkheid,
- eenheid,
- delen,
- tevredenheid.
Ontdek wie je wilt zijn: een oefening op de logische niveaus
Je kunt je passie (wie je wilt zijn) ontdekken door deze oefening met de logische niveaus van Dilts en Bateson.
1. Voorbereiden
Neem 6 vellen papier, neem hierop de 6 logische niveaus over: . Leg ze vervolgens op de grond voor je neer, steeds een stap van elkaar verwijderd, te beginnen met ‘omgeving’ en eindigend met ‘Ik’.
2. Neem je doel in gedachten.
Wat zou jij het komende jaar willen bereiken? Fantaseren mag! Belangrijk is dat je bij het beantwoorden van de vragen doet alsof je je doel hebt bereikt ook al weet je nog niet precies de concrete invulling van je doel. Vorm je een levendig beeld van de toekomstige toestand, waarin je het doel hebt bereikt. En ervaar wat je ervaart als je dit hebt bereikt. Wat je voelt, ziet, hoort en denkt.
3. Doorloop stap voor stap de niveaus
Neem plaats op het vel papier ‘omgeving’.
Sluit je ogen, stap als het ware in de omgeving waarin je jouw doel hebt bereikt en ga na bij jezelf: Wat is kenmerkend in de omgeving nu ik dit doel heb bereikt? Beschrijf of vertel over de omgeving: Hoe ziet de gewenste omgeving eruit? Wat gebeurt er Waar ben je? Ben je alleen of zijn er anderen? Wat zie je nog meer? Hoe zie je jezelf in deze omgeving? Hoe kijk je naar (eventuele) anderen in deze omgeving?
Ga staan op het vel ‘gedrag’ zie jezelf in de zojuist geschetste omgeving.
- Wat doe ik precies?
- Hoe handel ik nu ik dit doel heb bereikt?
- Hoe gedraag ik me?
- Wat doe ik als ik mijn doel heb bereikt?
- Welke dingen zeg ik als ik mijn doel hebt bereikt?
- Nu ik vanaf deze plek in deze ruimte mijn gedrag waarneem, wat valt me dan op?
Stap hierna op ‘capaciteiten’.
- Kijk naar de ‘omgeving’ en het ‘gedrag’ en ga na bij jezelf:
- Hoe lukt het me om dat (gedrag) daar (in die omgeving) te doen?
- Welke capaciteiten gebruik ik met name nu ik mijn doel bereikt heb?
- Welke capaciteiten, kwaliteiten, talenten en vaardigheden heb je als je je doel hebt bereikt?
- Wat kun je dan, welke vaardigheden zet je in?
Ga naar het vel ‘overtuigingen’.
- Overzie wat je op de vorige plekken hebt geschetst. Ga na:
- Waarom doe ik dat (gedrag) daar (in die omgeving)?
- Welke ideeën ondersteunen dat (vermogen)?
- Wat geloof ik over mezelf dat ik dit bereik?
- Wat geloof je als je je doel hebt bereikt
- Wat zijn dan je gedachten en overtuigingen
Stap op het vel ‘waarden’ en ga na:
- Wie ben ik als ik mijn doel heb bereikt?
- Welke rol vervul ik als ik mijn doel heb bereikt?
- Wat is miojn zelfbeeld, hoe kijk je naar mezelf en wat voel je daarbij
- Wat voel je?
- Vervult het doel een belangrijke waarde in je leven?
- Wat motiveert jou om het doel te halen
Ga naar het vel ‘Ik’. Overzie de voorgaande niveaus. Ga na:
- Wie ben ik?
- Wat voor iemand ben ik nu ik dit bereikt heb?
- Hoe is dit alles (omgeving, gedrag, vermogens, overtuigingen) een uitdrukking van wie ik ben?
- Welke metafoor past hierbij?
- Wat is mijn missie?
- Van welk grotere geheel ben ik een onderdeel?
- Waartoe word ik geroepen?
- En hoe is dit alles daar een uitdrukking van?
- Wat maakt het doel zo belangrijk voor mij, waar doe ik het uiteindelijk voor?
- Wat betekent het doel voor mijn?
- Wat is de meerwaarde van het doel, wat levert het me op?
- Wat wordt mogelijk met het behalen van je doel (voor mezelf en anderen)?
- Is het doel een onderdeel van een groter geheel
- Past het doel bij mijn innerlijke opdracht, voelt het helemaal goed om het doel te halen, en voel dan vanuit je hart, maakt het doel je blij, enthousiast, vreugdevol, vredig, energiek of iets anders positiefs?
- Vervult dit doel je passie?
3. Overzie het geheel
Stap af van de vellen. En neem een moment om alle niveaus te overzien. Zie of het klopt, of het ‘stroomt’, of het een in het verlengde ligt van het ander. Pas aan en corrigeer waar nodig.
4. Doorloop de niveaus nog een keer
Doorloop nogmaals de logische niveaus in omgekeerde volgorde en spreek uit voor jezelf: “Als onderdeel van […het grotere geheel…] ben ik als een […identiteit…] en geloof ik […overtuiging…]. En van daaruit zet ik mijn vermogen om […vermogen…], wat zich ondermeer uit in […gedrag…]. In de omgeving merk ik op dat […omgeving…]”.
5. Kijk vanuit het nu naar het doel
Geef jezelf advies. En formuleer een eerste, volgende stap die je zeer binnenkort gaat nemen. En verplaats je met enige regelmaat in je doel.
Aan de slag met goede voornemens?
Lees ons blog en ontdek waarom goede voornemens niet werken (en wat er wel werkt).
Heeft deze oefening je geholpen?
Hopelijk heb je door het beantwoorden van deze vragen meer inzicht hebt gekregen in wie je wilt zijn. En heb je jouw passie ontdekt. Misschien ben je mogelijkheden tegengekomen die je niet had verwacht. Of heb je juist meer inzicht gekregen in dingen die je tegenhouden. Was het lastig om zelf te doen? Een van onze coaches helpt je graag op weg!
Stap In verzorgt training, coaching en persoonlijke ontwikkeling, gericht op blijvende gedragsverandering. Al lang voor Stap In wisten we: alles begint bij ik. Waar sta ik voor? Wat wil ik? Wie ben ik? Je komt pas tot ontwikkeling als je weet wat je wilt, jezelf durft te zijn en daarnaar handelt. Bekijk ons aanbod.